Chinese big brother is watching you ...! (1) - Reisverslag uit Peking, China van annehanneke - WaarBenJij.nu Chinese big brother is watching you ...! (1) - Reisverslag uit Peking, China van annehanneke - WaarBenJij.nu

Chinese big brother is watching you ...! (1)

Door: annehanneke

Blijf op de hoogte en volg

17 Augustus 2009 | China, Peking

De grens van China kwam steeds dichterbij. We vonden het best spannend; zouden we er zonder problemen in komen met de fiets? De douane beambte vroeg waar we naar toe gingen en wilde de fotocamera zien. Hij bekeek wat foto's en toen mochten we door naar een volgend kantoor. Daar werd een foto van onze paspoorten gemaakt en onze visa werden bekeken. We mochten door naar kantoor drie. We moesten een formulier invullen en een ander formulier tekenen. Ook nu mochten we door naar het volgende loket. Daar werden onze paspoorten in de computer gezet en een temperatuur meting werd gedaan. We mochten door naar de scan voor alle bagage. Na wat geprutst mochten we door want het apparaat deed het niet. De laatste check werd gedaan en ja hoor toen stonden we buiten in China.
Het grensdorp was een troosteloze bende. Allerlei keten en containers werden gebruikt als winkel, restaurant of motel. We fietsten er doorheen en zagen toen de eerste kamelen. Er liep een hele groep achter ons aan op de weg. Prachtig. Het was inmiddels gestopt met regenen. Na een lekkere kop koffie aan de kant van de weg vervolgden we de weg. Al gauw werd het landschap prachtig. Rood gekleurde bergen, kale vlaktes en kamelen die volop gebruikt werden als lastdier en rijdier. Ook zagen we vrouwen de kamelen melken. Een heel ander beeld weer dan in Kirgizstan. De dorpen die we passeerden zijn een mengeling van woningen; yurts, lemen huizen en nieuwbouw huizen. In het eerste dorp waar we door heen fietsten moesten we boodschappen doen. We hadden gedacht hier ook geld te kunnen wisselen, maar dat kon niet. Gelukkig hadden we al wat Chinese Yuan bij ons. Na de middag begon het enorm te onweren en bliksemen. Het zat net boven ons. In het dichtstbijzijnde dorp zijn we gaan schuilen tot de bui over was. Daarna zijn we gaan uitkijken naar een kampeerplek. We vonden een mooie plaats achter bosjes net van de weg af.
De volgende morgen bleken de remblokken van Hanneke versleten. Voordat we op de fiets gingen hebben we ze vervangen. Na een half uurtje oponthoud fietsten we een prachtige weg op. De eerste 25 kilometer waren alleen maar klimmen. Best pittig dus. Een slingerende weg door de bergen. Daarna konden we vooral dalen met af en toe een korte klim. De afdalingen waren prachtig. Inmiddels lagen de bergen wat verder weg en waren er vooral roodachtige rotsen die allerlei mooie vormen hadden gekregen door de wind en het water. Het was prachtig. Na 65 kilometer kwamen we door het eerste dorpje. Daar konden we de voorraad weer aanvullen voor de komende twee dagen. Tussen Kansu en Wuqia hebben we de tent opgezet achter een rij bomen. Aan het eind van de middag stak er een harde wind op. Af en toe moesten we de tent uit om te zien of alle haringen nog vast zaten. We hebben gemerkt dat het weer heel snel kan omslaan hier. Het ene moment fiets je in een T-shirt en korte broek en het andere moment heb je al je regenkleding en wanten aan.
Tot aan Kashgar was het vooral dalen. We kwamen door typische Oeigoerse dorpen. Huizen met mooie versierde deurposten, grote binnen plaatsen en open stallen. In de dorpen zagen we ook mooie moskeeën van leem. De Oeigoeren zijn veelal moslim. De vrouwen hebben hoofddoeken om en de mannen dragen vierkanten petten, zoals in Oezbekistan. We waren sneller dan verwacht in Kashgar. De laatste 100 kilometer was het vooral dalen. Een hotel was snel gevonden. Even dachten we dat het hotel boven budget zou zijn, maar dat viel mee; we zitten voor 14 euro per nacht in een keurige kamer met douche, wc en een ontbijt. Dit hadden we echt niet verwacht. Na een lekkere douche zijn we geld gaan halen en hebben we even rond gekeken. Het blijkt dat we niet kunnen internetten. De regering heeft alles plat gelegd in verband met de incidenten van afgelopen maand in Umruqi en Kashgar. Nu snappen we ook dat het sms – en maar niet lukte ondanks het feit dat we wel bereik hadden. Ook telefonisch verkeer wordt geblokkeerd. In de stad is het ook met patrouillewagens van het leger, op de hoeken van hoofdstraten en op de pleinen staan zwaar bewapende militairen,heel intimiderend. 's Avonds heerlijk (chinees!) gegeten in het voormalige Brits consulaat. Heel sfeervol en lekker.

De volgende dag konden we ontbijten in het hotel naast ons. Toen we aankwamen om 8 uur leek het alsof we te laat waren. Wat bleek; wij waren uit gegaan van de lokale tijd en het hotel gaat uit van Beijing tijd. In Xinjiang wordt gewerkt met verschillende tijden. De regering heeft de tijd in Beijing opgelegd voor alle provincies in China, dat er met Xinjiang een tijdsverschil is van 2 uur laten ze voor het gemak maar even buiten beschouwing. Xinjiang gebruikt dus ook nog een lokale tijd. Morgen gaan we dus 2 uur eerder op(6 uur) om op tijd aan het ontbijt te kunnen zitten. Kunt U het nog volgen?
Vandaag hebben we de kaartjes voor de trein naar Turpan geregeld voor maandag a.s. De fietsen gaan 3 dagen eerder al mee met de trein. Wel spannend of dat allemaal goed gaat.
's Middags zijn we de stad gaan verkennen. We kwamen in de oude stad terecht bij de theehuizen, de smederijen en de slagers. We kwamen ogen te kort. Ook hebben we nog een stukje markt mee genomen. Wat opvalt in Kashgar is dat de stad best stil is ondanks het vele verkeer. Bijna alle scooters zijn elektrisch. Je hoort ze niet. 's Avonds na het eten hebben we nog een wandeling gemaakt. We kwamen bij de eetstalletjes tegenover de moskee. Ook hier kwamen we ogen te kort. Het was een drukte vanjewelste. Kashgar is een leuke stad.
Na het ontbijt zijn we naar het museum gegaan. Het eerste stukje hebben we gelopen en daarna hebben we een taxi genomen voor 5 yuan.(50 eurocent) Het museum was een vervallen boel. Hij werd speciaal geopend voor ons en de lichten bleven uit. Na een kwartier stonden we weer buiten. In de oude stad zijn we op zoek gegaan naar eenvoudig verpakkingsmateriaal voor de fietsen. Met een aantal zakken hebben we de fietsen nu beschermd. Vooral de rem en schakelkabels en het zadel. Op het plein van de Id Kah moskee hebben we nog heerlijk gezeten, gekeken en een broodje gegeten. De mooiste mannetjes kwamen voorbij. 'S Middags zijn de fietsen opgehaald door de treinmaatschappij. Nu maar hopen dat we ze weer zien in Turpan.

's Avonds hebben we bij de night market gegeten. Het was er enorm druk maar erg leuk. We konden buiten zitten en genoten van de mensen die na een dag niet eten zich te goed deden aan watermeloenen. Momenteel is het ramadan.
Op zondag zijn we naar de zondagmarkt gegaan. Met een taxi zijn we er naar toe gegaan. De boel bleek nog dicht en bovendien was de veemarkt verplaatst. Opnieuw hebben we een taxi genomen richting veemarkt. Daar gebeurde al wel het een en ander. De regen was gestopt en we hebben enorm genoten van alle markt taferelen. De dieren stonden per soort bij elkaar. De schapen en geiten waren in rijtjes aan elkaar vastgebonden. Ook zagen we dat de schapen geschoren werden. Soms nog met ouderwetse scharen. Bij de ezels en de paarden konden we soms erg lachen om de eventuele nieuwe eigenaren die testritten maakten. Sommige dieren lieten zich nog niet aansturen door een vreemd iemand met lachwekkende taferelen tot gevolg. Na een uur of 3 zijn we terug gegaan naar het hotel. 's Middags nog wat gewandeld door de oude stad en op het plein van de moskee gezeten. Heerlijk om alle mensen te bekijken.
Vanmorgen na het ontbijt hebben we onze spullen ingepakt. Daarna zijn we nog even de stad in gelopen. Rond 11 uur zijn we met de taxi naar het station gegaan. Er was een uitgebreide check voordat we de wachtkamer in mochten. Het mes van Anne werd apart gehouden en zou hij terug krijgen als we in Turpan waren. De treinreis verliep prima. We konden heet water tappen voor koffie en thee en we hadden een eigen bed. Allebei hebben we dan ook prima geslapen.
Rond 13.00 uur lokale tijd kwamen we aan op het station. We hebben de spullen in de left luggage gedaan en de fietsen direct doorgestuurd naar Liujuang. Het ging allemaal heel soepel ondanks de taal barrière. Met de taxi zijn we naar de stad gegaan om een hotel te vinden. Dit was best moeilijk. Bij alle hotels was het; “mei you” ,nee,geen plaats. Er is een wijn en druiven festival dus mogelijk is dit de reden. Uiteindelijk een prima kamer gevonden voor 20 euro. Bij het hotel konden we direct de treintickets voor het laatste traject naar Liuyuan boeken en een excursie voor morgen. Dat was weer goed geregeld.
Met een eigen taxi en chauffeur zijn we de volgende morgen naar 3 bezienswaardigheden gereden. Wel decadent,maar ook een fietser mag zichzelf wel eens verwennen vonden wij,bovendien is het hier ontzettend heet.
Grappig was overigens nog een incidentje tijdens het ontbijt. Bij het hotel inbegrepen was een ontbijtbuffet. Als echte Hollanders hadden we een leeg stuurtasje meegenomen voor het geval er nog iets te hamsteren zou zijn. Dit tasje stond half onder ons tafeltje. Net nadat we er stiekem 2 gekookte eitjes in hadden gedumpt voor de lunch, komt er een Chinees naar onze tafel toegelopen. Hij bukt zich naar ons tasje en kijkt vervolgens wat hulpeloos om zich heen. Vervolgens loopt hij naar de manager, “o, jee, we zijn betrapt op het achterover drukken van 2 eieren, als dit maar goed afloopt”. Er wordt gewezen naar onze tafel en ons tasje. Vervolgens loopt de manager naar een hoekje en komt terug met een afvalemmer. Er volgen uitgebreide excuses; ons tasje was aangezien voor een afvalemmert,die inderdaad vaak bij de tafeltjes staan, om er van alles wat niet smaakt in te spugen. Daar zijn we goed van afgekomen,; voortaan maar niet meer hamsteren!
De ruïne van Gaochang was de moeite waard om te bekijken. Met een ezel en wagen hebben we rond gereden over het terrein. Daarna zijn we naar de Bezeklik Duizend Boeddha grotten gereden. In verschillende rotsen konden we oude fresco's zien. Er is in het verleden veel weggehaald door westerlingen en ook de moslims hebben veel vernield. De laatste attractie vonden we minder: de vallei van de druiven. Turpan is heel bekend van de druiven. In de stad zie je een aantal lanen met daarboven allemaal druivenranken met druiven eraan. Je krijgt hierdoor prachtige schaduwrijke lanen natuurlijk. Verder groeien er heleboel verschillende soorten druiven in dit gebiedje en wordt er ook wijn gemaakt. We zijn er door heen gereden maar hadden hier meer van verwacht.
Aan het eind van de middag hebben we wat rond gekeken in Turpan. Er waren nog muzikanten en er werd nog gedanst. Om 8 uur zijn we de bus op gaan zoeken om naar het station 35 kilometer verderop te gaan. Met een minibus dit keer, niet wetende dat hij een behoorlijke omweg zou maken door de woestijn. Even kregen we het benauwd; zouden we het halen en zou de winkel waar we de spullen hadden gestald nog open zijn om 22,00 uur?? Gelukkig kwam alles goed. Om de trein in te komen moesten we nog een aantal hindernissen nemen, maar ook dit lukte. De wachtkamer was super klein voor de reizigers die mee moesten (we leken wel vee dat opgejut werd), we hadden veel bagage te tillen, er waren geen karretjes, we moesten een paar trappen op en af. Al met al niet comfortabel. Om 0.00 uur vertrokken we en om 8.30 uur kwamen we aan in een dorp 135 kilometer van Dunhuang vandaan. Toen hebben we bij de bagage opslag de fietsen opgehaald en zijn we naar Dunhuang gereden. Een weg ging midden door de woestijn. We zagen nog een paar overblijfselen van de oude Chinese muur die daar heeft gelopen.

De volgende dag de Mogoa grotten bezocht. Na het kopen van een kaartje mochten we aansluiten bij een groep Amerikanen en een Engelstalige gids. We kregen zo'n 10 grotten te zien uit verschillende periodes met Boeddha beelden en fresco's erin. Kooplieden en andere reizigers langs de zijderoute hebben in het verleden beelden en schilderingen gedoneerd als bedankje aan de goden of om ze goed te stemmen. Het was erg de moeite waard. De grootste Boeddha is 34,5 meter hoog,volgens zeggen de op twee na grootste in de wereld.
In de loop van de middag zijn we terug gegaan en hebben we de boodschappen gedaan voor de komende 2 dagen. We gaan er vanuit dat we wel door dorpjes zullen komen maar een beginnetje is altijd handig. Ook hebben we een Chinese kaart van de provincie gekocht. We zijn er weer helemaal klaar voor om lekker te gaan fietsen.

Vanmorgen rond half 8 zaten we op de fiets. We konden de weg makkelijk vinden. Het was dezelfde weg als naar de Mogoa grotten. We zagen de zandduinen prachtig in het zonlicht liggen. De weg was zo goed als vlak. Met het windje in de rug ging het dan ook lekker. Toen we de stad uit reden kwamen we in een grote verlatenheid en leegheid terecht. Met de trein hadden we de Taklamahan woestijn al doorkruist en nu fietsten we door de Gobi woestijn. Halverwege de dag werd het echt warm
Onderweg passeerden we een restant van een wachttoren die bij de oude Chinese muur heeft gestaan en enkele oases en begraafplaatsen. We wisten eerst niet wat de hopen zand met daarin gestoken rond gebonden takken waren. Later ontdekten we dat er mensen begraven liggen . Aan het eind van de middag kwamen we na een kleine 120 kilometer aan in Guazhou. We hebben er een hotel genomen omdat Hanneke niet echt lekker was en kamperen in de woestijn leek dan ook geen goed idee . 's Avonds hebben we in een lokaal eettentje noodles gegeten . Hanneke had daarbij een flesje perzik sap en Anne kreeg 12 glazen bier (borrelglazen dan wel te verstaan, daar wordt hier het bier in geschonken) Het eten was behoorlijk pittig. Mogelijk de invloed van de provincie Sichuan, waar het eten heel sterk gekruid wordt. Het woord “niet pittig”moeten we dan ook maar leren. Iedere dag leren we er een nieuw woord bij. De Chinezen vinden het erg leuk als we iets proberen te zeggen, maar begrijpen ons heel vaak toch niet,wat geregeld tot grappige maar ook wel eens vermoeiende spraakverwarring leidt.
Na het ontbijt reden we makkelijk de stad uit. We kwamen al gauw op een tolweg. Prima asfalt en redelijk vlak, maar daarbij ook wel heel saai. Hoofdzakelijk woestijn. Toen we de lunch onder een viaduct wilden nuttigen werden we nog verwend door twee Chinezen. Zij deelden hun overheerlijke honing meloen met ons. We zien veel vrachtwagens vol meloenen over de weg rijden.
Na 90 kilometer kwamen we in Qiaowan aan, de plaats waar Frank van Rijn de titel van zijn boek “De twee scherven” naar heeft vernoemd.
In zijn boek beschrijft hij een bezoekje aan een een klein museum, waar hij door een oude bewaker wordt rondgeleid. Tijdens een wandeling door de bijbehorende ruïnes,merkte hij dat de grond bezaaid lag met scherven. Toen hij er één op raapte mompelde de bewaker; “Tang”, bij een volgende scherf; “Ming”. Frank stopte vervolgens stiekem 2 scherven in zijn zak, dat zou een mooi souvenir zijn! Tijdens het verloop van zijn fietstocht zaten die scherven hem toch niet niet zo lekker; stel je voor dat ze door de autoriteiten ontdekt werden, op de uitvoer van antiek staan hoge straffen. Uiteindelijk heeft hij ze met met pijn in zijn hart langs de kant van de weg begraven. Anne wilde graag langs het museum om er geweest te zijn. Bij het museum aangekomen vroegen we of er ook een hotel was. Er werd stellig gezegd dat dit niet zo was en dat 50 kilometer verderop een hotel zou zijn. Wel een probleem als je er al een kleine honderd op hebt zitten. Toen we vroegen of er wel een restaurant was wezen ze een bepaalde kant op. Daar bleek inderdaad een winkel annex restaurant te zijn. Daar nogmaals gevraagd voor een hotel. Ja hoor bij de eigenaar achter. We hebben nu een kamer met een paar bedden erin. Verder bracht hij water om ons te wassen en heet water voor thee. Het was al laat dus we zijn zonder ons op te knappen naar het museum gelopen. Daar hielden ze vol dat er toch echt geen hotel was. We hebben het nog twee maal geprobeerd uit te leggen en hebben het er toen maar bij gelaten en zijn het museum en de ruïne gaan bekijken. De scherven lagen er nog volop, 4 mooie exemplaren gaan mee naar Nederland. Helemaal leuk!
De volgende twee dagen waren pittige fietsdagen. We fietsen in oostelijke richting en hadden de wind continu pal tegen. De weg was weinig afwisselend. Veel woestijn. We hebben deze dagen over de oude weg gereden in plaats van de tolweg. Dit bleek niet eens te mogen n.l. Het bord aan het begin van de tolweg hadden we niet eerder gezien. Na ruim 100 km kwamen we in een klein plaatsje aan waar gelukkig een hotel was. Het was inmiddels 7 uur geweest. Bij een eettentje hebben we met wat handen en voeten werk uit gelegd wat we wilden eten het werd; heerlijke sweet en sour . Het was nog wel grappig dat de bazin in de supermarkt een fles “pitue” (sterke drank in een feestverpakking) had gekocht terwijl Anne om bier had gevraagd,piju. Zo zie je maar, je zegt maar zo iets anders in het Chinees.
De volgende dag kwamen we de eerste 10 kilometer door “het Westland” van China. Lemen kassen met stokken waarover matten gerold konden worden tegen de kou met gewassen erin. Het zag er prachtig uit. Ook sierbloemen zagen we volop. Daarna hebben we 10 kilometer geklommen met een behoorlijke wind tegen. Met de koffie stop hadden we er nog maar 20 kilometer opzitten. We wisten dat we eigenlijk 100 kilometer wilden rijden. Geen goed vooruitzicht dus. Bovendien wisten we niet of we wel goed gingen. Dan fiets je niet zo prettig. Eenmaal op het hoogste punt stonden er een paar politieagenten die ons riepen. We fietsten naar ze toe en één van de agenten liep naar de kofferbak van de auto en gaf ons een honing meloen. Ook konden zij ons vertellen dat we de goede kant op gingen.
Vlak voor Jiayuguan, de plaats waar we wilden komen zagen we de “Chinese muur”en het fort. Op deze plaats was formeel het einde /begin van de Chinese muur,een smal dal,met aan beide uiteinden een groot versterkt fort,voor de chinezen in vroegere tijd eveneens het einde /begin van beschaafde wereld. We zagen stukken van de oude muur en de nieuw gerestaureerde muur. We hebben de fietsen even aan de kant van de weg gezet en hebben alles bewonderd.
In de stad hadden we snel een goed hotel gevonden. 's Avonds hebben we bij de night market gegeten. Een soort soep met glasnoedels, groente en kip erin. Voor Hanneke was het iets te heet. We waren het vergeten te zeggen. Het zinnetje “voor mij niet pittig” hebben we inmiddels wel gevonden en gekopieerd evenals een aantal gerechten die we lekker vinden. We kunnen uit de lijst laten kiezen wat zij op het menu hebben staan. Bijna geen restaurant heeft n.l. een Engelstalige menulijst.
De volgende morgen hoefden we sinds tijden geen wekker te zetten. We zijn rustig opgestaan en hebben ons eigen ontbijt verzorgd. Daarna hebben we de fietsen een “beurt”gegeven. De remblokken zijn vernieuwd, het zadel gespannen, de ketting schoongemaakt en gesteld en we hebben geprobeerd om het kleine tandrad los te draaien om deze om te draaien. Dit lukte niet dus we zullen het er mee moeten doen. Ook zijn we alle twee nog naar de kapper geweest. En het zit prima! Heerlijk zo'n rustdag. De beenspieren zullen het ook wel lekker vinden, want sinds tijden hebben we allebei weer eens spierpijn.
's Avonds zaten we te eten toen we aan de overkant van de weg rood/roze verlichting achter een groot venster zagen. Wat bleek we zaten te eten op de “Chinese wallen” Wij Nederlanders denken exclusief te zijn met de Amsterdamse Wallen, maar nee dus. Na het eten hebben we even een klein rondje gemaakt.
De volgende morgen was de straat nat van de regen. Het had behoorlijk geregend zo te zien. Het is de hele dag bewolkt gebleven, maar het was heerlijk van temperatuur. De weg was heel afwisselend en we hadden dan ook veel te zien. Er werd volop geoogst op het land. De hop werd geplukt, er lagen bergen tomaten op straat die in vrachtauto's werden vervoerd en de zonnebloemkoppen, mais en rode pepers lagen te drogen voor de huizen. De meeste Chinezen kijken echt vreemd als ze ons zien fietsen. Wanneer we gedag zeggen (Nihou) dan moeten ze even lachen en zeggen soms gedag terug. Ze zijn best wat afwachtend. Ook als we de weg aan ze willen vragen met de kaart lopen ze soms bij voorbaat weg,omdat zij denken de letters op de kaart niet te kunnen lezen of niet te weten wat ze er mee aan moeten. Om de juiste weg te vinden is niet altijd even makkelijk. De verschillende Chinese tekens zijn complex en lijken erg op elkaar. Je moet per plaatsnaam een aantal tekens bekijken, zoeken op de kaart en vergelijken met onze kaart met Engelstalige plaatsnamen.
De laatste 15 kilometer ging door de woestijn. Na 98 kilometer met windje in de rug kwamen we in Qingshuipu aan. We hadden na een paar keer vragen snel een hotel gevonden.
Op de weg tussen Quingshipu en 80 kilometer voor Zangye hadden we de hele dag wind tegen. Daarbij hadden we niet veel meer te zien dan woestijn en vrachtwagens vol met tomaten of mais. Onderweg valt er het nodige van de wagens. We hebben een aantal tomaten gescoord voor de lunch.
's Middags maken we doorgaans soep van instant mie en wat verse groente. Dit bevalt heel goed. Het brood in China is vooral zoet en lijkt meer op cake dan op brood. We ontbijten er wel mee. 's Avonds gaan we altijd uit eten. Het is een luxe dat we in ieder groot dorp tot nu toe een hotel hebben kunnen vinden. Ook deze dag lukte het weer makkelijk. Gisteravond begon het te regenen en te onweren.
Toen we vanmorgen opstonden miezerde het nog. De hele dag is het doorgegaan met miezeren. Het was een leuk stuk om te fietsen. We kwamen door dorpen en langs akkers en bouwland. Rond half 4 reden we Zhangye binnen en hadden we snel een goed hotel gevonden. Aan de buitenkant zag het er helemaal luxe uit. Voor 6 euro zitten we weer als een koning en een koningin. We kunnen zelfs “mud for make your skin “ (badschuim) gebruiken en “mud for make your hair” (shampoo) een set voor twee personen nog wel. De Engelse vertaling voor sommige dingen blijft erg leuk.
Toen we de volgende morgen weg wilden rijden begon het te regenen en had Anne een lekke band. Niet zo'n voorspoedige start dus. Nadat er een nieuwe binnenband in was gelegd gingen we dan toch op pad zij het in regenkleding gehuld. Gelukkig regende het niet hard. De weg klom geleidelijk langs dorpen en akkers. We zagen weer de eerste Yaks.
Na 50 kilometer kwamen we bij een splitsing en konden we kiezen wat we zouden doen; door naar Minle met het risico om te moeten kamperen in de regen of afslaan naar Matisi en morgen de 10 kilometer terug fietsen. We kozen voor het laatste. De laatste 10 kilometer moesten we behoorlijk klimmen. Het was benauwd en warm met de regenpakken aan. Het was moeilijk om een goede balans te vinden in kleding, het weer en de inspanning die geleverd werd. In Matisi aangekomen bleek er geen hotel te zijn. We kwamen terecht bij een restauranthouder die een kamer voor ons had zonder bed maar met een warme elektrische fan. De ruimte werd normaliter gebruikt voor gezelschappen die in het restaurant komen eten. We vonden het prima. Via het restaurant hebben we het eten besteld en hoefden we niet eens de “deur uit” om te eten.
De volgende morgen was het vanaf het begin heel nevelig. De dorpen en het landschap zagen er mysterieus en troosteloos uit. De straten waren modderig en vies, veel mensen zagen er koud en verregend uit en het uitzicht was beperkt. Na 40 kilometer waren we al in Minle. Het hotel leek even vol te zijn, maar opeens hadden ze toch een kamer met douche voor ons. We moesten op de koop toe nemen dat we alle bagage naar de vierde verdieping moesten sjouwen, maar de warme douche maakte veel goed. Na de lunch en een warme douche zijn we het dorp gaan verkennen. Bij het binnen rijden hadden we een mooi complex gezien waarvan we dachten dat het een tempel was. Het bleek later een park te zijn.
De volgende morgen keken we uit het raam en zagen de bergen. Het was gelukkig droog! De stad verlieten we via een smalle weg die al gauw over ging in een modderig pad. De uitzichten en de omgeving waren mooi, maar er was niet te fietsen. Het was even lastig om de doorgaande weg te vinden, maar toen we daar eenmaal op zaten was het een prima weg die geleidelijk steeg.
Na 30 kilometer kwamen we echt in de bergen. Tot Xining moesten er 3 passen boven de 300meter bedwongen worden,om het Qinghai gebergte door te steken. De yaks en de schapen graasden volop op de zomerweiden. Net na de lunch had Anne weer een lekke band. Een heel dun ijzerdraad van een autoband vonden we.
De eerste Chinese pas op 3680 meter hoogte was best pittig. Aan de gebedsvlaggen zagen we dat we de pas naderden. Bovenaan de pas hebben we,volgens plaatselijk gebruik, nog wat nepgeld de lucht in gegooid. Hopelijk zullen de goden ons hierdoor de komende tijd gunstig gestemd zijn,
Daarna hoefden we alleen nog maar te dalen tot Ebao. Het plaatsje was niet meer dan een verregend dorp ,dat er troosteloos en armoedig uit zag. Het “hotel” bestond uit een aantal kamers zonder wastafel of douche , met een buiten toilet dat je kon bereiken door te waden door één grote modder troep. Eenmaal binnen verging je van de stank en de troep en wilde je liever direct weer naar buiten. Iedere hotel gast kreeg een afwasteiltje en een thermoskan heet water. Beneden basic dus. We hadden besloten een teiltje te kopen om 's nachts uit de voeten te kunnen. Toilet op de kamer zullen we maar zeggen. 's Avonds hebben we gegeten in een eettentje waar de ingrediënten ter plekke gekocht werden na het doen van de bestelling. Zelfs het vlees werd terstond gekocht bij de slager naast het tentje die al zijn vlees buiten aan de vleeshaken had hangen. Hier blijven we ons over verbazen. Het was overigens heel lekker afgezien van de Tibetaanse thee. (thee met zout en boter erin) Na het eten zijn we eigenlijk direct naar bed gegaan. We werden wakker van geluiden op de gang. Een aantal keren hoorden we “we are Chinese Police”. Toen er op de deur werd geklopt en het nogmaals werd gezegd deed Anne open. Wat bleek, twee politieagenten hadden formulieren mee genomen die we moesten invullen, daarbij wilde zij de paspoorten zien. Niets verontrustend dus.
Na het achterlaten van een gevuld afwasteiltje op het toilet zijn we snel op pad gegaan. Het was weer droog! De weg was prachtig. We reden op de hoogvlakte en zagen de yaks en het andere vee. In het begin daalden we iets en daarna klommen we tot een pas van 3770 meter. Bovenaan de pas waren prachtige gebedsvlaggen, sjaals, offertjes in de vorm van geld, yakboter of fruit en gebedstegels. Alles wapperde kleurrijk en het was zeer indrukwekkend. Na de pas konden we weer lekker makkelijk fietsen.
Na 80 kilometer kwamen we aan in Quingshizui. Een echt moslimdorp. Bijna alle vrouwen die we zagen droegen aparte hoofddoeken en de mannen en jongens droegen witte petjes. Toen we vroegen of er een hotel was werd er gewezen naar een groot gebouw. Dit stemden ons optimistisch. De vrouw van het hotel liet de kamer zien en alles leek goed totdat er een politieagent verscheen die ons te kennen gaf dat we hier niet mochten overnachten. We moesten naar een stadje 20 kilometer verderop fietsen. We baalden en vroegen om uitleg. Niemand sprak een woord Engels en iedereen lachte maar wat. We fietsen naar het politiebureau om uitleg te vragen. Een Engelse lerares werd erbij gehaald en wat bleek; het dorp was gesloten gebied. Buitenlanders mochten niet in het dorp blijven. Er zat niets anders op dan 20 kilometer verder te fietsen. De weg was gelukkig niet heel zwaar en het hotel bleek later lekker luxe en comfortabel. Dat is dan weer wat. We merkten wel allebei dat het feit dat voor jou bepaald wordt dat je ergens niet mag blijven toch wel een zeer onprettig gevoel geeft. Morgen moeten we het stuk terug fietsen en dan pakken we de route weer op.
Nadat we het stuk terug hadden gefietst hebben we in Quingshizui nog even boodschappen gedaan. Daarna begon de klim. De pas zagen we al liggen en de weg kronkelde omhoog. De top lag in de bewolking. Eerst passeerden we nog wat akkers en een dorpje en daarna fietsten we in de bergen. Na iedere 50 meter dat we stegen rustten we even uit,om weer op adem te komen. We hadden geluk dat we ondanks dat we in de bewolking fietsten we geen regen hadden. Zodra je moet klimmen met een regenpak aan gaat het echt minder makkelijk. We hadden soms op eens weer mooi zicht op de plaats en de weg waar we vandaan kwamen. Op 3770 meter hoogte was er een tunnel. Met hoofdlampen op zijn we door de tunnel gefietst. Aan de andere kant van de tunnel begon een enorme mooie afdaling. We waren het Qinghai gebergte over .
Het was inmiddels over drieën toen we beneden waren en wat wilden eten. De bezinebrander moest uit elkaar gehaald worden en schoongemaakt. Hij deed het weer en we konden even lekker koffie drinken. Daarna zijn we verder gaan fietsen in een dal. We volgden een grote rivier op zoek naar een kampeerplek. De volgende grotere plaats zouden we niet meer kunnen halen. Na lang zoeken en de nodige kilometers vonden we een beschut plekje langs een rivier uit.
Na het ontbijt begon de verdere afdaling naar Xining. Het gebied wordt bevolkt door de Hui moslims. De plaats voor Xining ,“Datong “is een kolenmijn stadje. De weg was zwart van het gruis en door het opspattende water werden de tassen, de kleding en onze gezichten roet zwart.
Vlak voor Xining hebben we de fietsen en ons zelf afgespoeld met een hogedruk spuit. Zoals wij eruit zagen zo konden we ons niet vertonen bij een hotel.
In het eerste hotel in Xining werden we geweigerd. In eerste instantie leek er geen probleem te zijn de tassen waren al van de fietsen en naar binnen gesjouwd, maar na een telefoontje zei de receptioniste dat het toch niet kon. Even dachten we dat heel Xining “gesloten gebied” was, maar het derde hotel checkte ons gewoon in. Gelukkig maar. 's Middags gingen we op pad om ons visum te verlengen. We hadden geen idee waar we moeten zijn. In het hotel wisten zij het ook niet, taxichauffeurs wisten het niet dus gingen we naar het dichtsbijzijnde politiebureau om te vragen waar we moesten zijn. Daar aangekomen vroegen zij direct in welk hotel we zaten. Wat bleek; ook daar mochten we niet zijn. Een politieagent in burger liep met ons mee naar ons hotel en besprak ter plekke met de receptioniste dat wij daar toch echt niet konden blijven. Er waren andere hotels in Xining waar we heen moesten. We stelden ons wat hulpeloos op, vroegen om iemand die Engels sprak en ondernamen weinig actie. Uiteindelijk zei de agent dat we voor deze nacht mochten blijven, maar de andere nachten één van de door hem opgeschreven hotels moesten nemen. Waarom dat weten we nog niet. We waren uiteraard blij dat we voor deze nacht konden blijven. Na het hotel incident gingen we naar het bureau van de politie voor visa verlenging. De agent had het adres voor ons opgeschreven. Met een taxi reden we er heen.
Daar kregen we formulieren die we in moesten vullen en maandag kunnen inleveren. Zoals het er naar uitziet is een visumverlenging van een maand geen probleem. Vervolgens hebben we ons met een taxi langs de verschillende hotels laten rijden die op het briefje stonden. Het bleken één voor één super de luxe hotels te zijn buiten het centrum. Waarom deze hotels zijn uitgekozen is voor ons een grote vraag. We gaan morgen opzoek naar een ander hotel en kijken wat er dan gebeurt.
We konden lekker uitslapen. Na het ontbijt zijn we naar de boekwinkel gegaan om kaarten van deze en de volgende provincie te kopen. Een Chinese wegenkaart is noodzakelijk om onderweg de weg te kunnen vragen. Het was fijn dat ze deze hadden. Bij het oversteken werden we nog heel hard terug gefloten en geroepen door twee dames van de verkeerspolitie. We stonden midden op straat en schrokken ons naar. Wat bleek we hadden het zebrapad gemist. We moesten er naderhand vreselijk om lachen en anderen ook. Na de koffie hebben we de spullen ingepakt en zijn we op pad gegaan op zoek naar een ander hotel. We zijn naar een ander deel van de stad gereden en konden bij het tweede hotel terecht. Mooi dus. We hebben de stad verkend en bekeken. Om de hoek bij ons hotel was een dierenmarkt. Jonge honden, konijnen, schildpadden en vissen werden volop aangeboden. Verder hebben we nog geïnternet. Het bleek een enorme grote hal te zijn met verschillende lounge hoeken waar volop gerookt kon worden, geïnternet en gegamed. Wel een bijzondere belevenis.
De volgende morgen zijn we na het ontbijt met de bus richting Huang Zhong gegaan.
Het was even spannend of we wel de goede kant op gingen, maar dat bleek allemaal goed te zijn. We moesten overstappen en kregen direct een lift van een aardige Chinees. Hij bracht ons tot vlakbij het Ta er si klooster. Het klooster is van de gelupga orde, of de geelhoed sekte, een Tibetaanse boeddhistische orde. Het klooster is vooral bekend door de grote yakboter sculpturen die er worden gemaakt In een aantal gebouwen mochten we kijken. Het was erg de moeite waard. Er waren veel Chinese toeristen en Tibetanen die op pelgrimstocht waren. Er werd volop geld geofferd, yakboter kaarsen gebrand, rondjes gelopen, aan gebedsmolens gedraaid en gebeden. Het was indrukwekkend om dit allemaal te kunnen zien. Uiteraard hebben we zelf ook heel wat gebedsmolens een draai gegeven voor voorspoed en geluk.

Toen we vanmorgen aan de receptioniste om een stempel van het hotel vroegen in verband met de aanvraag voor visum verlenging werd bleek het allemaal erg moeilijk te zijn. Een behulpzaam meisje communiceerde met ons via een vertaal programma op de computer en maakte ons duidelijk dat de manager er niet was en zij niet bevoegd was om dit te doen. Het duurde al met al ruim ander half uur voor we een bewijs hadden dat we in het hotel verbleven met daarop onze namen en de naam van het hotel.(nagelbijtend frustrerend zijn dit soort momenten!) Met een taxi zijn we vervolgens naar het politie bureau gereden. Daar bleek dat het hotel niet bevoegd was om buitenlanders te huisvesten. We moesten alsnog verhuizen naar een ander goedgekeurd hotel. Dat wordt voor de derde keer in twee dagen!! Gelukkig kon de dame achter de balie ook vertellen dat het hotel aan de overkant lag. We zijn direct gaan inchecken en met het juiste formulier met daarop een goedgekeurd hotel stempel terug gegaan naar het bureau voor ons visum. Woensdag kunnen we ons visum nu op halen. We zijn daar erg blij mee natuurlijk. Vervolgens zijn we met een taxi terug gegaan naar ons “oude “hotel om de spullen op te halen en uit te checken. Het was nog even spannend of we het vooruitbetaalde geld terug zouden krijgen, maar dat was wel het geval. Helemaal goed dus. Om 12 uur stonden we buiten en fietsten we naar ons derde hotel in Xining. . Na het inwijden van de kamer zijn we de buurt wat gaan verkennen. We zitten nu weer in een ander stuk van Xining. Zo zie je nog eens wat van de stad. Ook hier komt alles plezierig over. De komende dagen gaan we ons voorbereiden op een nieuwe maand China. Spannend hoever we kunnen komen en hoe het ons weer zal vergaan.



Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Actief sinds 20 Jan. 2011
Verslag gelezen: 327
Totaal aantal bezoekers 10902

Voorgaande reizen:

05 Juli 2011 - 16 Augustus 2011

fietsen op niveau

23 Maart 2009 - 15 December 2009

the golden road

Landen bezocht: